donderdag 25 juni 2009

dindsdag 23 juni, safaridag 1












Daar zitten we dan midden in de Bush. Het is echt geweldig zo’n Safari. Jacob kon er bijna niet van slapen en toen vanmorgen de grote vrachtwagenbus er aan kwam was hij helemaal druk bezig hem te gebaren hoe hij moest rijden om de oprit op te komen.
Met 13 mensen duurt het natuurlijk wel ff voor je er allemaal in zit, iedereen liep druk door het huis heen te schreeuwen en te roepen of we het bier niet waren vergeten. Wel dus, dus snel weer bijvullen, want zonder Tusker willen we niet. Verder de fleecedekens meegenomen voor de koude avond en na heel veel gezellig en soms chagrijnig gedoe, zat iedereen blij en welgemoed in de vrachtwagen. Jacob zat er al die tijd al in. Leo moest naast hem zitten, dat is wel zo veilig. Stephan vond dat Anneke dan maar naast hem moest komen zitten. Het was wel grappig dat je zo over de hekken heen kon kijken naar binnen in de huizen, zo hoog zaten we. Nairobi is net als elke andere stad in de wereld volkomen dichtgeslibt met auto’s dus het was een drukte van jewelste en de nodige file om uit de stad te komen. Maar dat mocht de pret niet drukken. Elke keer als ik weer in Nairobi ben, verbaas ik me over alle nieuwe ontwikkelingen. Het is een totaal ander land geworden sinds ik hier ergens begin jaren 80 voor het eerst bij Anneke en Leo kwam. Er is echt heel veel meer welvaart gekomen. Of dat ook altijd meer welzijn tot gevolg heeft is maar de vraag, maar toch zorgt het voor ontwikkeling. Ook het gebied buiten Nairobi is één en al bedrijvigheid. We komen langs heel veel rozenkwekerijen die vaak weer op de veiling in Nederland worden verkocht. Verder zijn de Chinezen hier enorm actief. Zo worden er heel veel nieuwe wegen aangelegd onder leiding van Chinezen. Die wisten tenslotte ook hoe je een kilometerslange muur moest bouwen... Het hele eind van onze reis gaat langs zo’n weg in aanleg. Je kunt zien dat het vakkundig en in lagen gebeurt en dat er heel veel professionele equipment is. En je ziet de Chinezen duidelijk als voormannen de leiding nemen. De weg was in aanleg dus. Het betekent dat je ook kilometerslang naar een hobbelige zijweg wordt verwezen. Daar rijdt dan ook meteen alle verkeer door elkaar heen. Ik kan jullie verzekeren dat je zo hoog in zo’n enorme vrachtwagen alle kanten op geschud wordt. Jacob vond het af en toe best wel eng en begreep er soms niks van dat naast ons hele stukken nieuwe weg lagen. Maar hij genoot er enorm van. Wij allemaal overigens. Klein, groot, jong en oud, normaal of prettig gestoord. Jacob zag veel koeien en geiten en kon z’n lol niet op bij alle ezels die er voorbij kwamen. Hij zag echt alles, ook de mooi uitgedoste Masai.
Wat bij mij altijd de meeste indruk maakt is het bijzondere van al die verschillende levenstijlen en culturen vlak naast elkaar en ook door elkaar. De duurste en meest geavanceerde wegenbouwmachines naast een masaidorpje van koeiepoep. Maar als je goed naar die dorpjes kijkt zie je de tv schotels soms op de daken staan. Zo vind je soms midden in het veld een prachtige villa met de mooiste bougainville als omheining en daarnaast weer de droge vlaktes. En er komen steeds meer moskeeën. Die zien er stralend wit met blauw uit met prachtige torentjes. Maar denk niet dat er geen kerken zijn. De hoeveelheid kerken en kerkjes en zendingspostjes zijn gigantisch. Met hopelijk de beste bedoelingen zijn er hier heel wat onnodige zendingsprojecten geweest. Maar gelukkig ga ik daar niet over, dus hebben we gewoon plezier om al die vreemde namen van deze ministries. Gelukkig stond er nog eentje op een bordje die het allemaal weer bij elkaar bracht, tenminste zoals Leo het uitsprak en de klemtoon legde; Christ for all Ministries. Nou maar hopen dat Hij inderdaad voor alle ministries is.
Onderweg eerst een sanitaire tussenstop gemaakt.Voor de mannen geen enkel probleem, maar voor ons vrouwen altijd weer een enorm gehannes. En hang je net eindelijk op je hurken met een doek om je heen en de masai oude man op veilige afstand, mag je blij wezen als je tegen die tijd nog moet.
Er kwam een hernieuwde kans in een mooie gelegenheid onderweg met wc’s die net werden schoongemaakt. Ze keken wel 2 keer toen we Jacob en Stephan bij ons hadden op het damestoilet, maar durfden er verder niks over te zeggen. Jacob genoot van de koude cola, maar niet van de vliegen. Ik kreeg weer eens bevestigd dat ik cola echt niet lekker vind, maar ’t is in elk geval koud. Zoals altijd overal waar we komen wordt Leo herkend. Zo ook hier door de mensen die hier werken. Ze blijken Family tv via een schoteltje te ontvangen. Ik zal jullie ook als we terug zijn nog iets vertellen van Family tv. Ik vergat het gisteren. Maar ik ben steeds meer onder de indruk van wat er hier gebeurt en na zoveel jaren tot stand is gebracht. Maar dat heeft niks met Safari te maken.
Bij de ingang van het wildpark moest er natuurlijk betaald worden en ging Leo met de chauffeur het kantoortje binnen. De wagen stond nog niet stil of we werden belaagd door een enorme hoeveelheid Masai mannen en vrouwen die ‘Friend’ ‘how much for dis’ ‘one dollar of dis brezelet.’ Enz. Enz. Begonnen te roepen. Gelukkig zaten we hoog en droog, maar het is echt bijna intimiderend. Ze bleven Jacob maar aanspreken want die zat voorin, maar die verblikte of verbloosde niet en keek wel met grote ogen naar die kleine babietjes die in de doeken op de ruggen van de vrouwen hingen. Verder vond hij al die vliegen die ze mee naar binnen namen maar knap vervelend.
Leo joeg de mensen binnen no time vriendelijk weg en weg waren wij. We liepen een beetje achter op schema en om de lunch niet te missen zette de chauffeur er flink de vaart in. Wederom werden we door elkaar gehusseld. Aangezien we het steeds hadden tegen de kleintjes en tegen Stephan en Jacob dat we naar de olifanten zouden gaan, begonnen we een wedstrijd wie de eerste olifanten zou zien. Stef riep direct 'olifant’ en wees naar buiten. Wie weet zag hij ze, maar die lange Gert wees ons echt de eerste. Helaas geen tijd om te stoppen. Op de rit zagen we heel veel zebra’s, struisvogels, gnoes, gazelles en nog meer ezels en koeien. Het is echt prachtig en de vlaktes zijn enorm.
Om een uurtje of 3 ’s middags kwamen we uiteindelijk in de lodge aan. Het is nog steeds het toppunt van decadentie vind ik, maar tegelijkertijd ook onbeschrijfelijk fantastisch. We konden nog lunch krijgen en vanuit het restaurant keek je zo op de vlakte waar de zebra’s, olifanten en nog veel meer beesten liepen. Helemaal geweldig. Jacob genoot er enorm van. Natuurlijk zorgden de brutale aapjes voor de nodige hilariteit. Ze zaten in de bomen en op het dak en de echte brutale aapjes probeerden bij je tafel te komen om er direct door een Masai weggejaagd te worden met een katapult, dat was de man z’n baan.
De lunch was natuurlijk ook een warme maaltijd met meerdere gangen, Britse invloeden, dus te eten, maar geen culinaire hoogstandjes. Maar Jacob en Stephan trokken zich er niks van aan.
Jacob heeft vandaag voor het eerst zijn zonnebrilklepje op. De afgelopen dagen zag hij het nut er niet zo van in, maar vandaag wil hij wel. Verder heeft hij zijn Ford pet ook op. Hij gebaart Leo dat het Ford is en dat Leo die ook heeft. Leo moet even denken, maar de Ford hebben ze altijd als ze in Nederland een auto huren. Zoals altijd weet Jacob het beter dan wij allemaal.
Als hij aan het eind van de dag binnen loopt, ontdekt hij halverwege dat het wel erg donker is en dat het opeens een stuk lichter is als hij de zonnebril omhoog doet. Dat moet hij steeds wel doen, omdat het binnen vrijd donker is.
We zitten na de lunch voor onze prachtige lodge en kijken uit over de enorme vlakte. We zien en horen zebra’s die op alledag lopen en waarschijnlijk vannacht nog hun mini zebraatjes krijgen. Ook als het al donker is horen we hun geluiden die duidelijk wijzen op weeën.
We zijn druk bezig met foto’s maken en door de verrekijker kijken en Boaz en ik vergelijken elkaars camera’s. We gaan uiteindelijk een rondje lopen om een onvoorstelbaar mooi uitzicht te hebben op deKilimanjaro, de hoogste berg van Afrika,op de grens van Kenya en Tanzania. De sneeuwtoppen zijn nog zichtbaar en Toby zegt dat hij na het eten daar sneeuwballen wil gaan gooien. We proberen allemaal de olifanten en de berg op één plaatje te krijgen. Niet dat er niet al duizenden van die plaatjes zijn, maar het blijft een belevenis om zo’n plaatje zelf te schieten. Ik schiet vooral de hele family lopend naar de Kilimanjaro. Na al het plaatjesschieten snel naar het winkeltje. Ik koop voor Boaz extra batterijen voor zijn camera en laat Jacob ook rondkijken of hij nog wat leuks ziet. Hij pakt eerst een lepel, mes en vork met mooie handgesneden houten handvaten. Die wil hij wel. Als ik zeg dat die waarschijnlijk niet in de vaatwasser kunnen, wil hij ze toch niet. Dan past hij nog een t-shirt met een olifant, maar is het met me eens dat een t-shirt van het heerlijke Keniaanse biermerk Tusker toch niet echt iets voor hem is. Hij zoekt dan een mooi fotoboek met prachtige platen van allerlei dieren. Die wil hij wel. Tevreden gaan we naar buiten en hij is echt verrast door het feit dat het in die paar minuten buiten donker is geworden. Toen we naar binnen gingen was het nog licht, maar nu niet meer. Dat is Afrika.

Vanavond eten we weer een vijfgangen diner. Zelfde kwaliteit. Jacob geniet er in elk geval wel van.

Na het eten is het snel naar bed want morgen gaan we om 7 uur alweer de vrachtwagenbus in om nog voor het ontbijt de olifanten te hebben gezien en wie weet de leeuwen ook wel.

Jacob ligt alweer te pitten onder zijn klamboe!

Ik ga ook snel slapen. Wat hou ik toch van Kenya en van deze natuur.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten